Tekstgrootte
Montessorionderwijs is een onderwijsmethode waarbij een kind zich zo veel en zo zelfstandig mogelijk in zijn eigen tempo ontwikkelt. Onder de leiding van een ervaren montessorileid(st)er en gebruikmakend van speciaal ontworpen montessorimaterialen gaat een kind zelfstandig aan de slag.
Binnen de ontwikkeling van kinderen bestaan er zogenoemde gevoelige periodes. Dit zijn periodes waarin het kind gevoelig is om bepaalde kennis en vaardigheden te vergaren. In het onderwijs komt het tot uiting dat de leid(st)er aansluit bij de leerbehoeften van het kind. Zij of hij stuurt het kind de juiste richting in. Montessorionderwijs is gebaseerd op een soepel evenwicht tussen vrijheid en een systeem van vaste regels. Samengevat als “vrijheid in gebondenheid”.
Op montessorischolen zijn er heterogene groepen. Kinderen van verschillende leeftijdsgroepen zitten dan bij elkaar in de klas. De bouwen zijn onderverdeeld in onderbouw (groep 1 en 2), middenbouw (groep 3, 4 en 5 ) en bovenbouw (groep 6, 7 en 8). Kinderen zijn gedurende de bouwgroepen een keer de jongste, de middelste en het oudste kind. De kinderen leren van en met elkaar.
Centraal in de begeleiding van kinderen naar de volwassenheid staat datgene wat het kind zélf behoeft. De meest geciteerde uitspraak van Maria Montessori is niet voor niets “Help/Leer mij het zelf te doen”.
Belangrijk in het montessori-onderwijs is het montessorimateriaal. In de klas bestaat er een stimulerende voorbereide omgeving met zorgvuldig samengestelde leermiddelen. De materialen komen aan de natuurlijke behoeften van het kind tegemoet. Bij ons op de 7e Montessorischool bestaat er een combinatie van leermiddelen. Er zijn verschillende methoden en montessorimaterialen waarmee gewerkt wordt. Wij kijken steeds naar welke vorm van onderwijs het beste aansluit bij het kind.